Prinsjesdag 2024: plannen voor arbeidsmigratie

Vorige week dinsdag was het weer Prinsjesdag, waarbij het kabinet de begroting onthulde voor komend jaar. Het is duidelijk dat het kabinet arbeidsmigratie wil inperken. Hoe ze dat precies gaan doen, staat nog niet vast; er is nog veel onderzoek nodig. Lees hier de plannen van het kabinet wat betreft arbeidsmigratie en arbeidskrapte.

Met het doel om malafide uitzendbureaus tegen te gaan en de kwetsbare positie van arbeidsmigranten en flexkrachten te beschermen, is de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) in het leven geroepen. Hiervoor wordt de Nederlandse Arbeidsinspectie ook uitgebreid.

Daarnaast wil het kabinet oneigenlijke detachering van derdelanders naar Nederland aanpakken. Dit willen ze doen middels een sterkere Europese Arbeidsautoriteit (ELA), het verbeteren van de informatievoorziening in landen van herkomst en samenwerking met landen van herkomst wat betreft terugkeer van de derdelander. De Europese Commissie komt later dit jaar met een evaluatie van de ELA.

Uit onderzoek blijkt dat in sommige sectoren, zoals de vleessector, een groot deel van de arbeidsmigranten structureel wordt uitgebuit. Daarom doet het kabinet onderzoek naar een eventueel uitzendverbod in zulke sectoren. Een andere optie is om een deel van de arbeidskrachten verplicht op de loonlijst te zetten. Of dit daadwerkelijk in de Waadi wordt opgenomen, zal afhangen van onderzoek naar de impact en verwachte effectiviteit en proportionaliteit van het plan.

Het plan voor een ‘vakkrachtenregeling’ in de technieksector van het vorige kabinet gaat mogelijk niet door. In dit plan zouden tijdelijke vakkrachten uit landen buiten de EU onder strenge voorwaarden de arbeidskrapte in de technieksector moeten verlichten. De huidige minister van sociale zaken en werkgelegenheid, Van Hijum, ziet dit niet gauw gebeuren en investeert liever in omscholing.

De 30%-regeling, ook wel expatregeling, is een regeling voor expats die tijdelijk in Nederland werken en onder voorwaarden een belastingvrije vergoeding ontvangen tot 30% van hun verdiende loon. Het was de bedoeling om deze regeling stapsgewijs en grotendeels af te bouwen, maar dit wil het nieuwe kabinet terugdraaien. Het idee is om vanaf 2027 de vergoeding te verlagen tot maximaal 27% van het belaste loon. Daarnaast wil het kabinet de inkomensnorm van €46.107 verhogen naar €50.436, en voor expats onder de 30 jaar met mastergraad van €35.048 naar €38.388. Dat betekent dat vanaf 2027 minder expats in aanmerking komen voor de regeling en de vergoeding lager wordt.

In 2025 en 2026 geldt nog de huidige inkomensnorm.

Via de kennismigrantenregeling kunnen migranten van buiten de EU hier werken als ze meer dan een bepaald salaris verdienen. Dit bedrag ligt rond de vijfduizend euro, voor migranten boven de 30 jaar. Dit salariscriterium bepaalt of iemand als een kennismigrant wordt gezien. Wetenschappelijk onderzoekers en artsen in opleiding zijn hierbij een uitzondering; voor hen geldt een lager salariscriterium. Ook moet de werkgever een door de IND erkend referent zijn.

Nu wil het kabinet de regeling aanscherpen en alleen toepassen op kennismigranten die ‘echt nodig zijn’. Hoe ze dat willen doen, gaan ze nog onderzoeken. Ook wil het ministerie van SZW onderzoeken of er andere regels nodig zijn voor uitleners die als erkend referent optreden.